Jodan Boys-icoon Bert Graafland (1956) blikt terug op glanzende voetbalcarrière

Bert Graafland

‘De Cruijff van Jodan Boys’

Bert Graafland (1956), ook wel ‘de Cruijff van Jodan Boys’ genoemd, werd door zijn ouders als negenjarige aangemeld bij christelijke zaterdagclub De Jodan Boys in Gouda. Toevallig was dat niet. Bert’s vader Willem (vanwege zijn ietwat gedrongen gestalte voorzien van koosnaam Jumbo) bezette jarenlang de rechtsbackpositie bij de Goudse zaterdagtrots. En zijn oom Kees was er een gevierde buitenspeler. Voordat hij Theologie ging studeren.

Juniorentijd

Het talent van Bert Graafland viel al snel op in de junioren. Waardoor hij al als zestienjarige officieel debuteerde in de hoofdmacht: in een bekerduel uit bij HTC in Zwolle. Uitslag 0-4. Met twee treffers van de piepjonge Bert Graafland. Vanaf dat moment maakte hij (periode 1973 -1981) bijna onafgebroken deel uit van het keurkorps. Bijna onafgebroken: in 1980 stopte Bert tijdelijk vanwege het overlijden van zijn vader. Bert over die periode: “Mijn hoofd stond toen absoluut niet naar voetbal. Om het plezier terug te vinden, ben ik bij zaterdagclub Be Fair in Waddinxveen gaan voetballen (seizoenen 81-82 en 82-83). Daarna ben ik gestopt omdat mijn studie Geneeskunde zich niet langer liet combineren met voetbal op niveau.

Vertegenwoordigende elftallen

Bert voetbalde zich gedurende zijn voetbalcarrière dermate in de kijker dat de uitnodigingen voor vertegenwoordigende elftallen (Nederlands amateurelftal / Olympisch elftal / Nederlands Studentenelftal, Nederlands zaalvoetbalteam en Jong Oranje) binnenstroomden. In totaal staat zijn interlandteller op 55.

Op het WK voetbal 1976 in Uruguay voor studenten, kroonde Bert zich tot topscorer van dat toernooi. Nederland eindigde als derde. Ook werd hij topscorer van de Universiade voetbal in Mexico 1979 en van het (ook al in Mexico gehouden) wereldkampioenschap voetbal voor studenten in 1982. In 1980 werd Bert gekozen tot sportman van Gouda. Tussen dit alles door studeerde (en voltooide) hij zijn studie Geneeskunde. Sinds 1986 is Bert Graafland huisarts in Dirksland.

Alle reden om de sierlijke klasbak van toen te trakteren op de 11 van Ton.

Wat herinner je je van je juniorentijd?
We hadden een goede lichting in de junioren. Met Dick van Leeuwen als trainer. In mijn C1-elftal voetbalden onder meer Bart van Maaren en Fred Schoonderwoerd. We werden bij de junioren zeker niet altijd kampioen (wél in C1 ). Ik herinner me vooral nog de A1-wedstrijden tegen ONA, onze grote concurrent in het jeugdvoetbal van toen. Zelf ben ik geboren in Onder de Boompjes in de Korte Akkeren. Op de Westerschool zaten veel ONA-spelers dus er was veel onderlinge strijd. De meeste bekende voetballers van Gouda zijn volgens mij in de Korte Akkeren geboren. Denk aan Leen Swanenburg, Dick Ernst, Joop Korevaar, Puck Pols, Fred Schoonderwoerd en Harry van der Laan.

Je komt uit een voetballende Jodan Boys-familie. Hoe speciaal was het om met je broers te spelen?
We zijn inderdaad een voetballende familie. Ik heb samen met oudere broer Wim en jongere broer Kees in het eerste gespeeld. Kees was een snelle rechtsbuiten. Ik heb heel wat voorzetjes van hem erin geschoten . Wim was meer een kilometervreter / werker op het middenveld. Zij gunden mij wel de uitblinkersrol en de doelpunten en ook de vele aandacht die dat met zich meebracht. Broer Fred is jarenlang voorzitter geweest van de Jodan Boys. En de zonen van broer Wim (Willem, Peter en Kees) hebben eveneens samen in het eerste van de Jodan Boys gespeeld. Ze waren zeer goede voetballers en hebben Jodan Boys veel succes bezorgd en naar de Topklasse geschoten. Tegenwoordig is mijn zwager Marco Kastelein voorzitter van de club.

Toch sloot je je voetbalcarrière af bij Be Fair. Vanwaar die switch?
Ik ben mede overgestapt vanwege de toen achter elkaar zeer slechte trainers bij Jodan Boys. Mijn twee seizoenen Be Fair (samen met mijn broer Kees) zijn me uitstekend bevallen. We hadden een prima elftal met Wim Bron, Willem den Besten, Evert Mahwin, Piet Koele en Aad Bos. Bij Be Fair hervond ik het plezier in voetbal. We werden weliswaar net geen kampioen. Maar ik herinner me veel goede wedstrijden. Er stond daar op zaterdag altijd zeer veel publiek (ook supporters van Jodan Boys dat toen steeds verder wegzakte) langs de lijn. Bij Be Fair speelde ik me ook weer in de nationale amateurselectie.

Je hebt de nodige amateurinterlands achter je naam staan. Wat zijn je allermooiste herinneringen?
Het allermooist was toch wel het WK amateurvoetbal 1978 in Uruguay. We waren 10 weken van huis (inclusief trainingskamp in Spanje). Iedere wedstrijd zaten er 70.000 toeschouwers in het Centenario stadion in Montevideo. Ik werd topscorer van dat toernooi. We versloegen onder meer West-Duitsland en Spanje. Door de troostfinale tegen Frankrijk te winnen (2-0) eindigden we op de derde plek. Fraaie prestatie natuurlijk, want er deden 32 landen mee.
De oefenwedstrijd met Nederland tegen Club America (0-0), kampioen van Mexico, in het Azteken stadion was eveneens onvergetelijk. Ik voetbalde daar onder meer tegen Dirceu (Braziliaans international). Daarnaast voetbalde (en scoorde) ik drie keer in en tegen Spanje voor 40.000 toeschouwers. Waarbij topspelers als Victor (Barcelona), Gordillo (tien jaar Real Madrid en Spaans elftal) en Carrasco (Barcelona) aangaven bevreesd te zijn voor spits Graafland. Toch slechts een amateurspelertje van Jodan Boys uit Gouda.

Welke aanbiedingen uit het betaald voetbal heb je afgeslagen? Heeft je studie Geneeskunde hier ook een (bij)rol in gespeeld?
Ik heb aanbiedingen gekregen van Excelsior Rotterdam, Sparta (scout Hans Sonneveld belde heel vaak), ADO en Feyenoord. Verder van de Belgische club FC Antwerp en van Penarol uit Uruguay. Met Excelsior Rotterdam heb ik een proefwedstrijd tegen Go Ahead Eagles gespeeld. Ik was toen eerstejaars geneeskundestudent. Na afloop moest ik bij Excelsior-trainer Ben Peeters komen. Ik kon daar komen voetballen. Maar daar kwam het niet van. In m ’n jonge jaren besliste mijn vader. Later wilde ik dokter worden. Intensief trainen liet zich niet meer combineren met dag en nacht in het ziekenhuis co-assistent zijn op de OK.

Wat waren je specifieke voetbalvaardigheden?
Ik was snel, beschikte over een prima techniek, passeerde makkelijk en kon ook nog afronden. Waardoor ik vanuit het niets een doelpunt kon maken. Ik was in die tijd altijd met voetbal bezig, was erg fanatiek en had een neusje om op de goede plek te staan. Mijn schot had beter gekund. Ik schoot gericht, maar niet hard (behalve na WK-toernooien en trainingskampen, dan nam de spierkracht in m’n benen tijdelijk toe).

Heb je het als lastig ervaren om te studeren naast het voetbal. Of vulde het elkaar juist aan?
Het vergde discipline. Maar ik raakte eraan gewend. Als we bijvoorbeeld een interland in het buitenland hadden, dan studeerde ik in het vliegtuig of op de hotelkamer. Als voorbeeld noem ik een doordeweekse interland tegen Israel. Mijn schema zag er dan zo uit: maandagochtend collegebank, maandagmiddag naar Zeist en Schiphol en ‘s avonds trainen in Tel Aviv. Dinsdag trainen. Woensdag interland tegen Israel in Ber Sheva. Donderdag naar huis. Vrijdag weer collegebank. Dit schema heb ik diverse keren gevolgd. Daarnaast ben ik jarenlang dinsdagmiddag naar de KNVB in Zeist gegaan (met de bus uit Gouda) om te trainen of spelen. Waarbij ik soms individuele training kreeg van Arie de Vroet. Op de twee WK’s en één Universiade (1976, 1979, 1982) die ik heb gespeeld, was ik wel tien tot twaalf weken van huis. Dan studeerde ik niet, maar genoot ik met volle teugen van het voetballer zijn.

Terugblikkend: wat koester je met name?
Te veel om op te noemen. Toch een poging. Ik koester de mooie herinneringen met Jodan Boys, de landelijk bekerfinale tegen ACV. Met de vele duizenden Goudse supporters. De leuke jaren met een jonge Jodan Boys-ploeg vanuit de jeugd bij elkaar (Bart van Maaren en Dick van Lokhorst) aangevuld met routiniers als Rob Vuijk, Teus Rijlaarsdam, Piet Rodenburg en Teus Happel.Onder de fijne en succesvolle trainer Ger Perdijk. Met name ook het vele publiek dat ons iedere zaterdag steunde en met bussen naar de uitwedstrijden meeging. Naar Volendam tot Arnemuiden. De bijzondere wedstrijden tegen ASWH, Rijnsburgse Boys, Katwijk, Spijkenisse met veel publiek op Oosterwei. Ik heb me internationaal kunnen meten met – later beroemde – profs uit allerlei landen. Ik heb gescoord voor 70.000 toeschouwers in Montevideo, in Mexico, in Spanje, in Dubai,

Wat was je favoriete medespeler / favoriete regiovoetballer / lastigste regiotegenstander?
Favoriete medespeler: Peter van Wijk (Jodan Boys). Peter speelde op het middenveld bij de Jodan Boys. Hij voelde mij precies aan, had een gouden pass en als ik ging lopen, kreeg ik de bal precies op maat aangespeeld. Veel doelpunten waren dus ook aan hem te danken.

Favoriete regiospeler: Jan de Vrij (Spirit). Hij was net als ik een technisch begaafde speler kon mensen passeren en iemand voor de goal zetten . Hij was als voetballer daarin denk ik beter dan zijn zoon Stefan. Hij had mindere medespelers bij Spirit dan ik bij Jodan Boys en scoorde minder makkelijk als ik. Hij droeg Spirit, Ik droeg de Jodan Boys. Mensen zeggen nu nog wel eens: Jan de Vrij en Bert Graafland hadden het Nederlands elftal kunnen halen. We zullen het nooit weten.

Lastigste tegenstander: Piet Koele (Be Fair). Piet stelde zich altijd goed op en verdedigde prima de ruimte waar ik juist naar toe wilde. Hij verdedigde je voetballend in tegenstelling tot veel andere verdedigers

Welke andere sporten heb je nog bedreven of bedrijf je nog naast je drukke huisartsenpraktijk?
In Dirksland ben ik trainer geworden van DES 67. Later gefuseerd naar DVV’09. Eerst bij de jeugd. Als trainer van mijn zoons Eric en Bram, die ook goed konden voetballen. Ik heb alle jeugdteams wel getraind. Toen Eric en Bram in het eerste kwamen, heb ik mijn trainersdiploma gehaald. Daarna ben ik twee keer een periode hoofdtrainer geweest van de club. Verder ski ik graag. Ik voetbal of train nu niet meer. Maar ik kijk nog graag voetbal.

Volg je het voetbal in de Goudse regio nog?
Ik ben een echte Jodan Boys-jongen. Zodra ik het terrein op kom, voel ik dat ook. Je roots liggen er. Je herinneringen. Ik ben lid van de Company Club (sponsors) van Jodan Boys. Uitstekend verzorgd door de sponsorcommissie. Ik zie mijn broers daar en vele oude en jonge supporters. Daar ben ik ook niet de dokter. Maar gewoon nog Bertje Graafland. Ook kom ik ook graag bij DVV’09. Mijn club in Dirksland. Want ik ben ook een DVV’09-jongen. Bij de club ben ik ook niet de dokter. Dat vind ik fijn op zaterdag. Op maandag zeggen ze wel weer dokter tegen me. Maar voor hen ben ik nog steeds een beetje de trainer met z’n mooie voetbalverleden onder wie bijna alle jongens hier wel getraind hebben.

…………………………………………………………………………………………………………………….

Bonusvraag
Het voetbal is veranderd. Het voetbal op kunstgras is zo anders. Een soort zaalvoetbal. De spelers tikken de bal naar elkaar toe. Maar zelden zie je acties van een speler die drie of vier man passeert en afrondt op doel. Dat kon Kees Brem vroeger bij Jodan Boys. Dat missen de supporters. Vandaar dat ze altijd het verleden ophalen en verheerlijken.

Ton BroekhuisenBert Graafland

#PS Foto: Bert Graafland als Jodan Boys-speler samen met de door hem zeer gewaardeerde coach Ger Perdijk.

Reacties zijn gesloten.